De Universiteit van Harderwijk
bestaat tegenwoordig nog slechts in de fantasie van Professor Fetze Alsvanouds,
een typetje van Aart Staartjes, maar in het verleden bestond ze echt. De
Academiestraat, het Linneaus torentje en de Catharinakapel herinneren nog aan
deze universiteit, die in 1648 werd opgericht. Ook de Hortus Botanicus, de
universiteitstuin was beroemd. Ook deze is deels bewaard gebleven
en nog steeds te
bezoeken.
Door het in 1648 al bestaande
Gymnasium om te vormen tot Universiteit hoopte men financiƫle middelen te
verwerven uit de provincie Gelderland. Dat gebeurde ook, de Gelderse gewesten zegden
zo’n 8.000 gulden per jaar toe, althans dat was hun voornemen. Ze maakten deze
belofte echter meestal niet waar, waardoor de universiteit van Harderwijk een
van de armste van het land werd. Er kon echter wel gestudeerd worden in de godgeleerdheid,
rechten, geneeskunde, filosofie, geschiedenis en welsprekendheid en men kon er promoveren
tot de doctorsgraad.
Met promoties kon de
universiteit geld binnenhalen, om het schamele budget aan te vullen of als
extra toelage voor professoren en docenten. De voorbereidingstijd om te
promoveren was in Harderwijk kort. Men hoefde er de colleges niet te volgen,
dat mocht elders, en ook het proefschrift mocht men elders schrijven. Studenten
van heinde en ver togen naar Harderwijk, lieten hun proefschrift drukken en
zochten een professor die hun wilde examineren. Dit gebeurde in het Latijn, de
universele taal der wetenschap. Indien de student de rekening betaalde en met
goed gevolg zijn ‘rede of dissertatie’ uitsprak en het examen hierover
doorstond, ontving hij de doctorstitel en bul. In vergelijking met andere universiteiten
was Harderwijk goedkoop en men ontliep de kosten van een groot feest. Dubbele
reden dus voor arme studenten om naar Harderwijk te komen om juist daar te
promoveren.
Veel beroemd geworden
geleerden studeerden af in Harderwijk, zoals Carolus Linneaus, Herman
Boerhaave, Herman Willem Daendels, Constatijn Huygens. In Harderwijk zijn er
diverse straten naar geleerden vernoemd. De aanwezigheid van de hooggeleerde heren en
studenten gaf Harderwijk in de 18de eeuw het nodige cachet.
De geur van geleerdheid
en belangrijkheid hing in de stad en de middenstand, zoals drukkerijen en
tapperijen hebben er flink van meegeprofiteerd. Aan het eind van de 18de eeuw liep
het aantal studenten terug en dat had negatieve gevolgen voor de inkomsten, dus
ook de hoogleraren trokken weg. In de Franse tijd (1811) werd de Universiteit van
Harderwijk door Napoleon opgeheven. Het hoger onderwijs verdween daarmee uit
Harderwijk en daarmee ook de studenten die leven in het stadje hadden gebracht.
De universiteit werd vergeten alleen het volgende rijmpje bleef over:
Harderwijk is een stad van
negotie
Men verkoopt er bokking, blauwbessen
en bullen van promotie
Daarmee werd gesuggereerd
dat je in Harderwijk je doctorstitel kon kopen, maar daarvoor is nooit bewijs
gevonden. De universiteit van Harderwijk was alleen wat moderner dan de andere
Universiteiten en Hogescholen. Helaas kwam dat haar bestaansrecht uiteindelijk niet
ten goede.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten