zondag 5 juni 2011

5. Eibert den Herder, genie of Don Quichotte?


In 1950 overleed de Harderwijkse zakenman Eibert den Herder. Hij was berooid en teleurgesteld en van zijn vele plannen was uiteindelijk weinig terecht gekomen. Vanuit zijn huis kon hij in de verte het geluid van de sleepboten en werkschepen horen. Die waren hard aan het werk om de Knardijk, de dijk van de polder Oostelijk Flevoland aan te leggen. Eibert den Herder had zich zijn levenlang ingezet om de inpoldering tegen te houden, maar zijn missie was mislukt. Aan het einde van zijn leven waren de werkzaamheden zelfs in de buurt van Harderwijk te zien en te horen.

Eibert den Herder was geboren als zoon van een binnenvaartschipper, die met zijn schip ‘Vertrouwen’ op Amsterdam voer. Vaak bestond de lading van het schip uit brandhout. De moeder van Eibert overleed jong en vader Teunis nam zijn kinderen aan boord, gaf hen zelf les en daarnaast werkten ze natuurlijk mee aan boord. Daarom leerden ze ook veel over de Zuiderzee die ze bevoeren. Toen het met de vrachtvaart minder werd maar er veel anjovis werd gevangen ging Teunis over op vissen en werd de ´Vertrouwen´ omgebouwd tot vissersvaartuig en de familie wist daarmee veel geld te verdienen.

Eibert en zijn broer dachten dat ze meer geld konden verdienen met de handel en ze begonnen in Harderwijk een vishandel en visdrogerij. Ze lieten anderen voor zich varen en verkochten garnalen en gedroogd visafval dat als voer aan de vele eendenhouderijen werd verkocht. Eibert den Herder had een tomeloze energie en werd o.a. voorman voor de vissers en voorzitter van de middenstandsvereniging. Daarnaast zat hij voor de CHU in de gemeenteraad. Hij had vaak grote plannen en kwam daardoor nogal eens in conflict met de zittende burgemeester, burgemeester Kempers. Een van de plannen waar Eibert den Herder zich voor inzette was de aanleg van een vaargeul door een zandbank voor de kust van Harderwijk. Hierdoor werd Harderwijk bereikbaar voor grotere schepen. Toen deze vaargeul was aangelegd begon hij met een stoombootdienst op Amsterdam en al snel bezat hij meerdere schepen.

De dreigende inpoldering bracht zijn inkomsten in gevaar en daarom verzette Den Herder zich hevig. Hij schreef lange stukken in de krant, maakte borchures en pamfletten en haalde berekeningen van de het miniserie van Verkeer en Waterstaat onderuit. Uiteindelijk maakte hij zelfs een film waarmee hij stad en land afreisde om medestanders te werven. Met zijn eigen politieke partij, de Zuiderzeepartij, wilde hij ook politieke invloed uitoefenen, maar dat mislukte jammerlijk. De politieke partij kwam niet van de grond. Zakelijk gezien kreeg hij veel last van de crisis en de uitgebroken oorlog. De kalkzandsteenfabriek (die hij samen met zijn broer Beert bezat) ging failliet en zijn schepen werden door de Duitsers in beslag genomen en door de Engelsen gebombardeerd. Eibert den Herder ging toen maar schrijven en schilderen en hij schreef een tweetal romans en maakte bijna zeventig schilderijen van schepen en visserijtaferelen. Intussen waren de werkzaamheden voor de inpoldering gewoon doorgegaan. In 1932 werd de Zuiderzee door de afsluitdijk een binnenmeer. Vervolgens werden de Wieringenmeer-polder, de Noord Oost-Polder en Oostelijk Flevoland aangelegd.

De dijk van deze polder liep o.a. naar Harderwijk en juist daar werd hard gewerkt toen Eibert den Herder overleed. De erkenning voor zijn inzet kwam pas later toen hij een standbeeld kreeg in Harderwijk, vlak bij de plaats van zijn vroegere fabriek. Daar kijkt hij nu uit over zijn geliefde stad en de vele toeristen die er dankzij zijn stoombootdienst nog steeds in grote getale komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten